NECTON

Der Weg ist das Ziel

etappe7 13 ssept

 

16 augustus.

Het was fijn weer terug te zijn in Nederland. Ondanks veel communicatie per mail en telefoon, gaat er toch niets boven persoonlijk contact. Het afscheid van Anne, de kleine Manou, Ada, Jorrit, Inge Michiel, Miriam en Tim en vele anderen, valt me zwaar. Een week is veel te kort om gemis in te halen.  In het Portugees is er een uitdrukking die vraagt of je toen je thuis was alle beestjes die voor heimwee zorgen wel hebt kunnen doden. Bij mij leven er nog een paar……………

Op mijn vlucht naar Recife en tussenstop in Lissabon neem ik geen risico en sleep de tas en het zware koffertje mee om risico van verlies te mijden. Bij mijn thuiskomst waren beide koffers zoek en werden ze gelukkig na een dag alsnog afgeleverd. Wel ben je eindeloos bezig om formulieren e.d. in te vullen en uren later stapte ik op de trein van Schiphol naar Groningen. Nu weer op de terugweg in Lissabon wordt ik weer allerhartelijkst ontvangen door Joao.
Het is vakantie en hij offert een week op om aan zijn proefschrift te werken. Het werken bij zijn nieuwe bedrijf vraagt  zo veel van hem, dat er geen tijd over blijft. Portugal is een hard land geworden en voor velen is het overleven. We hebben weer boeiende gesprekken en de volgende middag gaan we voor vertrek sardines eten in een oud gedeelte van Lissabon. Hopelijk gaat zijn promotie in december plaats vinden en dan kan ik er  ook bij zijn. De vlucht over de oceaan brengt me weer langs vertrouwde plaatsen. Canarische eilanden, Sal , Mindelo en dan weer veel blauw. Ook met 900km/uur ben ik ruim 7 uur onderweg. In Recife rolt de tas van de band en het dappere computertje en de nieuwe laptop heb ik in de handbagage. Het zware koffertje komt niet en daar zit ook de adapter van de laptop in. Er blijkt bij veel mensen dingen zoek te zijn en met zijn 20tigen moeten we weer lange formulieren invullen. Er is maar 1 bagagemeneer en deze spreekt nauwelijks Engels. Het duurt uren en er komt een soort gelatenheid over je. In de rij maak ik kennis met een stel uit Israël die in Recife op congres gaan. Boeiende mensen en we komen de avond al pratend goed door. Eindelijk met de taxi naar de Marina en daar ligt de trouwe Necton te wachten. Het is fijn weer aan boord te zijn; ik ben weer thuis.

Een beetje verreist, eerst maar eens goed slapen en de volgende dag een begin met de computer inbouw.  Omdat de DC-DC converters alleen maar voor problemen zorgen, haal ik ze er tussen uit. Alleen het dappere computertje krijgt er één voor zich alleen. Het betekent veel draadjes veranderen en dan deze keer maar ineens in 1 x goed. Dan valt de wind weg en de bladen van de windgenerator moeten nog vervangen worden. Zo hoog boven op de mast wilt je liever geen wind en Nego, de hulp op de haven,  is bereid me naar boven te lieren. Boven op de mast is een RVS buis flexibel bevestigd en daar bovenop staat de windmolen. Hoe kom je daar nu bij? Zittend in het bootsman-stoeltje kan ik er niet bij en dus moet ik er uit. Laat me een beetje zakken en zeker me vast met de meegebrachte reddingslijnen. Beide zitten vast aan het zwemvest wat ik om heb en mocht ik al vallen, dan hang ik aan mijn zwemvest. Voorzichtig kruip ik uit het veilige zitje en ga in het bootsmanstoeltje staan. Nego draait me omhoog en zo toren ik boven de mast uit. Met een zeilbandje maak ik ne  op borsthoogte vast aan de RVS paal en begin met de dop van de windmolen af te nemen. Het lukt zonder deze te laten vallen en dan blijkt dat ik toch niet het juiste gereedschap bij me heb. Er moet een inbussleutel aan te pas komen en dus weer naar beneden. De 2e keer gaat het moeilijker, maar weer toren ik hoog boven de mast uit en lukt het de wieken af te nemen. Er is inderdaad een stuk van 1 van de wieken af en de arme vogel; zou die het overleefd hebben? Na een lange pauze en veel regenbuien met wind, eind van de middag weer omhoog en zowaar, het lukt! De molen zoeft er met de nieuwe wieken weer over en beneden gekomen sta ik met trillende benen mijn emoties te verwerken. Mocht ik al een beetje hoogtevrees hebben ontwikkeld, nu er helemaal over heen en een voldaan gevoel.

De volgende dag weer verder met het inbouwen van de computer. Er zijn heel wat draadjes en ook van de zender breng ik de kabels opnieuw door het schot om ze zeevast te krijgen. De laptop heeft een virus binnengekregen en voortdurend ploppen overal idiote berichten op. Erger is dat de communicatie stokt; was Skype eerder makkelijk; nu valt deze voortdurend uit. Met mijn trouwe hulp op afstand Frans Bijma, lukt het om het dappere boord computertje op te starten. Uiteindelijk hebben we hierdoor mailcontact en krijgen zo de zender aan de praat. Het lukt Frans om op afstand de computer over te nemen en zo vorderen we langzaam maar gestaag. De verbindingen in Brazilië zijn ondanks 3G beloften een ramp.  Ook lukt het me uiteindelijk even met Anne te communiceren en het is frustrerend na zo veel geleverde energie een zo brakke verbinding te hebben. Eerst maar een nachtje slapen. De dagen erna veel investeren en geduld houden. De verbindingen zijn alleen in de ochtend goed en daarna een ramp. Voortdurend weer inloggen en weer opstarten; een frustrerende bezigheid. Dankzij Frans lukt het uiteindelijk om het dappere computertje weer aan de praat te krijgen; Max Sea, het reserve navigatie programma weer van een schip te voorzien en het virus op de laptop in te dammen. Tussendoor boodschappen doen en voorbereidingen voor vertrek. De motoren opnieuw afgesteld. Ze liepen stationair een beetje te langzaam en dan gaan er allerlei alarmen af. De nieuwe schoten ingeschoren en nog vele andere kleine dingen. Ook is de administratie voor 2014 gedaan. De planning kan de lucht in en de eerste boekingen zijn spontaan al weer binnen.

Het wordt straks de eerste solotocht over langere afstand en ik heb me ingelezen bij Herman Jansen. Hij schreef in de 70ger jaren het boek: en de horizon zeilde mee, dag na dag. Veel praktische tips die ook nu nog goed bruikbaar zijn. Als laatste natuurlijk water tanken en me afmelden bij de captaineria. Dit verloopt zonder problemen en onderweg kan ik nog even naar de zee kijken. De voortdurende regen is gestopt en er waait een koele bries. Alle voorbereidingen zijn getroffen en menselijkerwijs is er niets meer aan toe te voegen.

Omdat ik er een beetje  moeite mee heb om in de ik-vorm te schrijven, ga ik weer over op de mij veel vertrouwdere wij- vorm. Het zijn de belevenissen van het goede schip de Necton en zijn capitáo. Hier op de jachthaven noemen ze met zo, omdat de naam Aldert in het Portugees moeilijk is uit te spreken. We vertrekken met zoals broer Henk het altijd zegt Gods Speed. We gaan koers zuid!

Na bijna een maand in Recife te hebben gelegen, wil ik nu graag weg. De laatste paar dagen structureel lijstjes afgewerkt. Merk dat het prettig is zo structuur aan te brengen en het geeft voldoening als je weer een blaadje weg kunt gooien. Als laatste ga ik naar de capitaineria. Het is een formeel gebouw van de marine en dezelfde man die me heeft ingeklaard, maakt de papieren in orde. Hij vraagt nog waar mijn zoon is, want Jurjen was er de vorige keer bij. Met het antwoord dat Jurjen naar huis terug vliegt, vraagt hij: "maar dan vaart u alleen?" Inderdaad en hij geeft me een stevige handdruk als afscheid. Op de haven is alleen Nego, die nog even belt met Eduardo of alles wel is afgerekend. Hij krijgt groen licht en gaat met mij mee om te helpen los te gooien. Het is 12u en het tij is net gekenterd. Een beetje vloed maak dat ik nu makkelijk los kom van de steiger. De touwen die aan de meerboeien hebben vastgezeten en dus een stukje onder water, zijn en helemaal groen en hebben ook mosselafzetting.
Bij het weg varen blijkt dat we wat in de SB schroef hebben en ook lijkt het wel of we wat meeslepen, of is het soms stroom tegen? Even denk ik erover om terug te gaan, maar de drang om weg te willen is groter. Het water is in Recife zo vies en de stroom sterk, dat het geen makkie is daar te water te willen en te kunnen. Er drijft daar zoveel troep in het water. Heb b.v. een dode hond met een zak over zijn kop gezien en veel, heel veel plastic. De schroeven werken beide wel en het eerste stuk op de motor. Kijk ik in Salvador wel naar.vertrek recife
Als de wind eindelijk gunstig draait, zetten we zeil en valt na 5 minuten de wind volledig weg. Balen en dikke regen. Na een paar uur eindelijk weer wat wind en toen bleek de val van het achter grootzeil vast te zitten. Heel gedoe in het donker en uiteindelijk heb ik de val los moeten halen van het grootzeil. Van opzij los gekregen, maar hij moest ook over de giek heen. Krijg ik de sluitging tegen m'n snufferd en nu een dikke lip. Het voelt een beetje alsof ik in mijn uppie op de proef wordt gesteld. Ben ik net aan het typen, valt het toetsenbord uit. Krijg hem niet meer aan de praat, dus batterijen vervangen en de pc opnieuw gestart. Ook dat weer opgelost.
De wind neemt af en daarom het laatste rif uit het achter grootzeil. Blaast er plots een groot beest pal naast de boot. Kon in het donker natuurlijk niet goed zien, maar ik schrok me rot, je verwacht geen geluid. Zo is er dus voortdurend wat en er is geen moment rust, laat staan dat je je zou gaan vervelen.

Hoe gaat dat nu zo solo?
Het wachtlopen doe ik zo: als er geen zeilen getrimdtijd en er zijn geen directe schepen in de buurt, dan zet ik een alarm van een half uur en ga slapen. Tot nu toe ben ik elke keer voor de piep al weer wakker en kijk dan even rond in een soort half slaap. Niets aan de hand? Weer een half uur etc. Dan is er natuurlijk de AIS. Alle grote schepen hebben het en bij dreigende aanvaring wordt je echt wakker gepiept. Verder veel tijd om voortdurend zeilen te wisselen. Ben heel consequent met het dragen van zwemvest en vooral het hieraan vastzittende harnas. Koppel me altijd vast.
Het is nog steeds erg warm en bij het aankleden rees de vraag voor wie en waarom eigenlijk? Daarom loop ik nu in adamskostuum en heb een paar licht verbrande billetjes. Verder zorg ik goed voor mezelf. Douche elke dag en maak uitgebreid warm eten klaar. Eerst zet ik alles klaar; snijden e.d. en dan even naar buiten om af te koelen. Dan koken en de tijd nemen om het op te eten.
Er is niemand om mee in discussie te gaan en als ik een raampje in de douchecel open laat staan, kan ik alleen maar zeggen stom Hesseling, STOM en het water opruimen. Zo kom ik in balans. Geniet van het prachtig zeilende goede schip de Necton en de weidsheid van de diep blauwe oceaan.

Precies zoals medezeiler Zack op Fernando vertelde, zijn de houten vissersbootjes op de radar niet te zien. Ze hebben geen reflector en al helemaal geen AIS. Het blijft dus oppassen en 1x kom ik dicht bij en schijnt de man met een zaklantaarn in de richting van het net. Daarop koers veranderd en we varen om zijn kostbare levensonderhoud heen. Om ze te mijden, beter maar wat verder uit de kust en dan ineens varen we van het plat af. De dieptemeter geeft het bij 500 meter op en de golven worden langer en rustiger. We varen over 10 draden zuiderbreedte heen en zijn weer op de oceaan. De wind is vlagerig en voor het eerst lopen we weer eens 7 knopen; zelfs tikken we even de 8 aan, der Weg is das Ziel, heerlijk.
De snelheidsmeter doet het niet; ook die is misschien slachtoffer van ijverige mosselgroei. Uit het Frans vertaald, heb ik nu een boek over havens in Brazilië en die belooft een mooie marina in Salvador. Daar kan ik dan en de schroef en de snelheidsmeter maken door mijn duikspullen te gebruiken. Hopelijk kan ik het zelf oplossen.

Via sailmail kom ik weer in contact met Anne. Door thuis alles te regelen, maakt zij het mij mogelijk deze onderneming te doen. Ook is zij mijn uitlaat klep en basis van mijn geluk. Het voelt alsof ze heel dicht bij me is.

 

Verslag ontvangen op 27 augustus:

Donderdag 22 augustus            positie 009.50Z 035.36W              afgelegde afstand 120 mijl
Vrijdag        23 augustus              “     011.34Z 036.51W                           “             133 mijl
Zaterdag     24 augustus              “     012.57Z 036.51W                           “             132 mijl
nog 21 te gaan.                                                                                                     21 mijl +
Totaal solo                                                                                                          406 mijl
   
Dag 3 geeft een zonsopgang van bijzondere schoonheid. Ruige wolkenpartijen  tegen een strak blauwe achtergrond. Is er verandering van weer op komst? Later die ochtend valt de wind helemaal weg en slingeren we vervaarlijk op de nog hoog lopende deining. De motor moet een poosje bij en dan komt er een klein beetje wind. Wat nu? Langzaam en loom of brommend en snel? Het wordt het eerste en weer veel zeilwisselingen. Full flaps geven nu 3 knopen. Na een uurtje komt er een bui aan en daar zit meestal wind in. En jawel hoor, daar gaan we weer: rond de 6 knopen en heerlijk om zo weer te kunnen zeilen. Na alle hazenslaapjes  ook energie over om een paar karweitjes te doen.  Van achteren waarschuwt de AIS voor een oploper en het is een Chinese autoboot. Als hij dwars is roept hij me op. Het blijkt een nautisch officier uit India te zijn en hij vindt de Necton onder zeil zo mooi om te zien, dat hij er graag meer van wil weten. Zo voeren we een heel gesprek over de marifoon. Hij brengt Chinese auto’s naar Brazilië en grote machines. Volgens hem zijn beide landen grote zakenpartners en importeert China olie en ook veel vloeibaar gas. Daarnaast allerlei andere grondstoffen. Een hele wereld buiten ons Europese blikveld. Hij kan zich niet voordstellen dat ik alleen aan boord ben en vraagt het wel 3 keer. Na een uitgebreid gesprek bedankt hij me voor “an inspiring conversation” en dan vervolgen we  onze eigen koers in onze eigen wereld. Ook de rest van de dag dan weer wind en dan weer helemaal niets. Best wel hard werken om de zeilen iedere keer aan te passen. Nu is een 2 masten voor maar 1 FTE een nadeel. We passeren de 12 graden zuiderbreedte en de watertemperatuur begint te zakken. Op Naronja  26, nu nog 24 graden en dat merk je aan de buitentemperatuur.
Op afstand zie ik spuiters: WALVISSEN! Het eerste stel is te ver om vast te leggen en dan opeens hoor ik geluid; ze communiceren met elkaar. Het geluid wat ik weleens op een bandje heb gehoord nu echt en erg dichtbij. Nieuwsgierig blijf ik de horizon af zoeken en dan zie ik er een paar spuiten aan SB. Ik herinner mij de woorden van de walvisjagers: “there she goes; there she blows!”. Dan springt een relatief kleine helemaal boven water uit en plonst op zijn/haar rug weer terug in het water. Stom dat ik mijn camera binnen heb liggen; een gouden moment is al weer voorbij.  Dan zie ik weer een groep, alleen veel verder weg. Probeer ze te filmen en vast te leggen, want dit voelt zo bijzonder, deze kolossale zwarte beesten op tegenkoers tegen te komen. Gelukkig zijn ze ver genoeg weg om een bedreiging te kunnen vormen.

Zo naderen we de stad Salvador. De Pilot en de Almanak zijn ruim bestudeerd en hoe aanlokkelijk de korte route vlak langs land ook is, ik hou me aan de aanbevolen route buitenom. Zo worden en sterke stromingen en mogelijke veranderingen in de zandanken gemeden. Op tijd begin ik me voor te bereiden op de haven. Eerst de genua naar binnen en dan de boegspriet in om minder kwetsbaar te zijn. Dan haal ik de schoten van het achterdek om vrijer te kunnen bewegen en de schoten tegen vieze schoenen te beschermen. Beide grootzeilen worden gestreken en op de giek gebonden. Dan de fenders ophangen en de touwen klaar leggen. Mijn oproep naar de Marina geeft een verstoorde reactie. Alleen Portugees! Tja, dat is nu best wel lastig. Wel wat woorden geleerd, maar te weinig om een conversatie te voeren. Dan er maar naar toe en dan zien we wel. In de jachthaven komt een rubberbootje aangesneld met Marineros erin. Zij begeleiden me naar een plek aan de kop van een steiger. Makkelijk om aan te leggen en zo maken we vast na ruim 3 dagen solo. 
De verbinding is redelijk en ik kan gelukkig skypen met Anne. Een warme maaltijd gemaakt en dan slaat de vermoeidheid toe. Slaap nu ik kan loslaten eindeloos veel uren een diepe ononderbroken slaap.

Bahia Marina Jachtclub is voornamelijk voor grote plastic motorboten. Ze zijn er in allerlei maten en grootten. Zelf liggen we aan de laatste steiger, helemaal op het eind. Omdat er op de schepen niemand aan boord is, is het een beetje onwerkelijk midden in een miljoenen stad te zijn en geen mens te zien. De Marineros, de matrozen van de haven, zijn vriendelijk, maar spreken niets over de grens. Ook op het havenkantoor komen we er met handen en voeten wel uit, communiceren blijft moeilijk. 
Gebruik de eerste dag om weer een beetje op orde te komen. In de middag ga ik met mijn duikspullen te water om de schroeven te bekijken. Blijkt dat ze helemaal begroeid zijn  met witte pokken. SB zelfs zo erg, dat er grote klonten aan zitten en dus geen wonder dat de schroeven en minder stuwing gaven en ook trilden. Met een koperen borstel haal ik het meeste eraf en haal daar ook mijn handen bij open. Het is een soort koraal, hard en scherp. Grappig is dat er om mij heen honderden gekleurde vissen zwemmen. Moeten zij veel moeite doen er 1 los te weken, nu dwarrelen ze met honderden tegelijk naar beneden. A big frenzy! Ook de paddlewheel van de snelheidsmeter zit vol met koraal. Als ik grof het meeste er af heb, is mijn luchtfles leeg. Zo onder water werken gebruik je veel lucht! Morgen kijken of ik deze kan vullen en dan nog maar een keer om fijn na te schuren. Anders kunnen we in ieder geval zo ook weer verder.

De verplaatsing naar de andere jachthaven is een succes. Gelijk liggen we tussen soortgenoten en worden reizen en idealen uitgewisseld; wat een verschil met de haven van de strijkijzers! De route langs de ambtenaren moet nog en dat wordt wederom een diepe frustratie. In Recife was me op het hart gebonden, dat vanaf nu alleen de capitaineria nodig was. Na 2 x doorgestuurd te zijn kom ik daar en weigeren ze de papieren in behandeling te nemen: eerst Federal, waar ik al 2x ben geweest. In Noronja en in Recife. Niets mee te maken, dit is een andere provincie en wij doen het hier anders.  Sturen ze me naar een Federal  verweggiesstan plek, waar ik laconiek wordt doorverwezen naar de haven. Rustig blijven en gewoon doorgaan. Daar aangekomen moet ik eerst naar de Policia en moet ik op internet een formulier invullen; dat is hun nieuwe protocol. Bij de politie wordt ik doorgestuurd naar Medical en daar 35 minuten wachten. Er is iemand voor mij met 28 paspoorten van een schip. Die mopperen wat, maar geven me de eerste benodigde stempels. Door naar de Federal; ik weet nu alles al blind te vinden. Kijkt op zijn klokje: 16.50; we nemen niets meer in behandeling. Kom morgen maar terug. Grrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr. 4 Uur lang ben ik heen en weer gestuurd en eindeloos stukken gelopen

Terug aan boord heb ik eens geluk: er staat een duiker op de kant en hij neemt mijn fles mee om te vullen. Ook is er een shipshandler die een klein winkeltje heeft en een service afdeling voor BB motoren. In Brazilië lig je meestal  met de kont naar de steiger en voor op 2 boeien vast. In de havens wordt hard gevaren en door die hoge golven soms dus heftige bewegingen van het schip. Omdat ik bang ben dat mijn gewone meertouwen zullen breken, wil ik graag 2 extra stevige en met veel rek erin. Die hebben ze en morgen worden ze gespitst gebracht. Ook kan ik de Mercury BB motor na laten kijken. Daar was voor vertrek in Nederland geen tijd meer voor en de olie had allang ververst moeten worden. 3 Vliegen in één klap. Terug aan boord zijn de internet verbindingen zo zwak, dat skypen mislukt en de mail te laat door komt. Mis daardoor contact met het thuisfront en dat is een beetje verdrietig. 
Tomas komt nog even aan boord en geeft tips waar je beslist naar toe moet. Hij is stuurman GHV en we speken elkaars taal. Hij nodigt me uit mee te gaan eten met een groep, maar dat had ik net al gedaan en los daarvan ben ik doodop. Morgen weer een dag.

De gang langs de administratie gaat ineens voorspoedig. Krijg alle stempels en kan op de haven nu ook als gids dienen. Niemand die het helemaal begrijpt. Wat speelt is dat ze overgaan naar een digitaal systeem bij het inklaren. De ambtenaren begrijpen het zelf ook niet helemaal en worden daardoor soms erg rigide. 
Ga de benedenstad verkennen  en kom leuke en goed betaalbare spulletjes tegen. Zonder opdringerig te zijn wordt er van alles aangeboden. Er zijn nog wat restant bouwwerken uit de koloniale tijd, die gestut met palen wachten op de geldstroom om  ze te gaan herstellen. Verder is er veel bedrijvigheid en natuurlijk muziek. Veel dans die de achterliggende vechtsport moet verbloemen, want zo konden de slaven toch oefenen. Ook diepe armoede kom je tegen en mensen die gewoon op straat slapen. Brazilië heeft veel gezichten en is onmiskenbaar hard aan het groeien.

De volgende dag ook de bovenstad verkend. Salvador blijkt de stad in Braziliė met de meeste Afrikaanse invloed. Verbaas me over de voluptueuze dames in nog grotere hoepeljurken. Omdat ik me na de overval van zoon Jurjen toch niet helemaal op mijn gemak voel, terug naar de boot. Met nog een stel jongelui op de haven over de toekomst zitten praten. De omgeving is in tegenstelling tot de stad Salvador ongelofelijk mooi. Grote baaien met fantastische ankerplekken en vrijwel geen watersport. Dit kan er over 20 jaar wel eens heel anders uit zien.
De gevulde luchtfles maakt het mogelijk dat ik de schroeven onder water goed schoon kan maken. Na een half uur intensief borstelen is het meeste er wel af. Wat een aangroei! Er schijnt een soort anti aangroei vet te bestaan. Daar moet ik maar eens achteraan, want dit is onder water een pittig werkje.
Maak contact met een echtpaar uit Nederland. Zij hebben vrijwel identieke reisplannen en dus hebben we veel om over te praten. Roel en Jacomiene zeilen met de TARA ook zuidwaarts. Zij hebben meer tijd en daarom gaan wij voor ze aan. We ontmoeten elkaar waarschijnlijk weer in Ushuaia als wij terug komen van Antarctica. Zij zijn goed ingelezen en hebben veel bruikbare tips. Ook over de eilanden net ten zuiden van onze volgende haven Puerto Seguro. Hier heb je wel een permit voor nodig en weer ga ik op stap. Lijdzaam, maar vastberaden ga ik weer van hot naar her, want deze aanvraag komt nauwelijks voor en niemand weet waar ik moet zijn. Uiteindelijk kom ik een officier tegen die het wel weet en dan is het ook zo geregeld. We kunnen naar Abrolhos, wat onder marine toezicht staat. Van duikjongens op de haven hoor ik dat hier het mooiste onderwater leven van Braziliė zou moeten zijn. Samen met Roel en Jacomiene eet ik een paar keer samen en het lijkt alsof we elkaar al jaren kennen.
Eind van de middag zie ik dat de stroom er uit ligt en kijk op de kant. Niets aan te zien en net wil ik naar de havenmeester als de duikjongens weten te melden dat de stroom er in heel NO Braziliė uit ligt. Het wordt donker en Salvador is black. Wilde nog inkopen doen, maar dat stel ik maar even uit. Een paar uur later gaat er een gejuich op: het licht is weer aan. Dit is bij ons niet voor te stellen ; hoe anders ondergaan de mensen hier de dingen: gelaten en ook weer uitbundig.
De volgende dag zijn alle voorbereidingen voor vertrek getroffen. Met een taxi laat ik me voor 5 euro naar een grote shopping mal brengen. Onvoorstelbaar hoeveel winkels er in het 5 verdiepingen hoge gebouw bij elkaar zijn. Bovenin gaat het kennelijk niet helemaal goed, want meerdere winkels houden een uitverkoop ivm sluiting. De grote supermarkt er naast, geeft een ruim aanbod, ook van verse spullen. Zo sla ik groente en fruit in en flessen water en nog veel meer. Het water smaakt hier echt vies en dus om te drinken toch maar flessen. De gereviseerde buitenboordmotor en de gevulde gasflessen worden zeevast weggestouwd; we zijn er klaar voor. Het weerbericht heeft het over 15 knopen wind, die langzaam af neemt naar 7 knopen. Wel helemaal in de verkeerde richting, nl zuid. Volgens de windkaarten van augustus komt deze wind hier niet voor, maar nu toch wel. Het duurt een week voordat de wind weer gunstig is om te zeilen en zo lang wil ik niet wachten; we moeten naar het zuiden.

PERSBERICHT Dagblad van het Noorden, vrijdag 30 augustus 2013:

Dagblad 30augustus2013

Salvador - Rio de Janeiro

Voor we vertrekken, neem ik eerst nog een foto van het marine gebouw. Daar liggen van mij nu zoveel voetstappen, dat het een beetje als familie voelt. Omdat het net 08.00u is, wordt op dat moment de vlag gehesen met al haar protocol. Terug aan boord de laatste dingetjes zeevast en de motoren draaien warm.
Net als we weg willen varen een hoosbui en dan ook een echte. Toch maar even wachten en als het bijna droog is, gaan de trossen los. Als we naar buiten varen weer een hoosbui en daarom nog maar even wachten met het zetten van het steunzeil. Op de motor varen we naar buiten en dan begint het oneens te waaien. Steeds harder en uiteindelijk windkracht 7 en er vrijwel recht tegenin! Dat is niet voorspeld en omdat ik weet dat de wind af zal nemen gaan we rustig door.

Tot mijn schrik valt de stuurautomaat uit; dit is mijn grootste nachtmerrie. Even stuur ik op de hand, want er komen 2 marine fregatten aan en die moeten eerst maar voorbij. Tijd om mijn gedachten te ordenen. Er is vlak bij een goede ankerplaats en zonder stuurautomaat houdt alles op; dan daar maar naar toe en zien wat er aan de hand is. In gedachten loop ik onder het sturen het systeem in mijn hoofd na en omdat de driver is gestopt, moet het wel de stroomtoevoer naar de Jefa motor zijn. De Necton kan zichzelf ook wel even sturen en met een zaklantaarn ga ik naar beneden en kijk het Raymarine systeem na. Vanaf fabriek zit er een extra veiligheid in de vorm van een aparte 40A zekering tussen en als ik die er uit wil trekken, blijkt die totaal kapot. Kennelijk heeft de zekering slecht contact gemaakt, want aan 1 kant is de zaak door; geen wonder dat de driver is gestopt! Weer naar boven stuur ik bij en weer achterin om de kapotte zekering er tussen uit te halen. Leg knip- en striptang klaar en snel weer naar boven. Dit keer zijn we behoorlijk uit koers gelopen; rustig weer op koers brengen en dan het roer weer vast gezet. Knip de ellende er tussen uit en verbind de draden nadat ze zijn gestript met een klemverbinding door. Bovengekomen de stroom er weer op en ja hoor; alles werkt zoals het moet; we kunnen door. Er zitten nog 2 zekeringen in het systeem; dus deze kan best zonder.
Buiten gekomen bouwt de zee zich behoorlijk op. Windkracht 7 is niet gering en omdat de oceaan hier over gaat in ondieper water naar de kust, krijgen we rare en soms steile golven. Eén keer neemt de Necton fors water over. Kort achter elkaar steile golven en de neus gaat er een flink stuk in. Dat is nog niet eerder gebeurd. Even zie ik het water tegen de ramen spoelen en dan is het weer weg. De ramen zijn ongelofelijk sterk en met Lloyds keurmerk, dus hier zijn ze voor gemaakt. De lucht in de verte breekt al door ook de windmeter zakt naar Bft6. Nog steeds veel te veel om recht tegen in te moeten, maar ik wijt het aan de buien. Verderop zijn mooi weer wolken en daar gaan we naar toe. Nog een half uur en dat wordt het diep en is ook de zee ellende hopelijk voorbij. De dieptemeter loopt op en wel zo snel, dat hij erdoor van slag raakt. De steile golven nemen af net zoals de schuimkoppen op de goven. Eerst woeste witte koppen, nu kleiner en ook al stukken zee zonder koppen. Diepte maakt veel uit en ik ben blij weer op de oceaan te komen. Het vertrouwen in het schip is groot en misschien niet de meest ideale omstandigheden, maar met een sterk schip kan ik van het gevecht van de Necton met de zee stiekem ook een beetje genieten. Heerlijk om weer op zee te zijn. Het kompaslampje brandt en geeft de koers aan. We varen vrijwel pal zuid de nacht in.

Verslagen ontvangen op 7 en 8 september:

 De dagen rijgen zich aaneen en in begin aan het ritme van de korte slaapjes te wennen. Omdat er toch aldoor vissersbootjes opduiken zonder ze op de radar of de AIS te kunnen zien, moet ik vertrouwen op zichtwaarneming. In het donker zie je een lampje best ver en onze snelheid tegen de golven en de wind in, is relatief laag, 4 a 5 knopen. In een half uur leg ik dus 2,5 knoop af en dan komt daarbij de snelheid van de vissersboot. Nu gaan die ook behoorlijk langzaam en daardoor is een half uur max verantwoord. Even rondkijken en dan weer de wekker. Na het uitproberen van diverse alarmen, blijkt de doodgewone eierwekker toch het handigste. Even opdraaien en met de forse bel wordt ik echt wel wakker. Heel uitzonderlijk die zuidelijke wind hier, maar het zij zo. De Volvo Penta heeft er plezier in en duwt de Necton tegen de golven en ook tegen de windstroom in verder zuidwaarts:

Middagpositie:
Vrijdag 30 augustus    13.09Z 38.35W afgelegde afstand  17 mijl
Zaterdag 31 augustus 14.47Z 38.40W afgelegde afstand 100 mijl
Zondag 11.00u: 1 september Puerto Seguro                  105 mijl
                                                        Totaal afgelegd   222 mijl
De golven zijn aanvankelijk bij windkracht 6 stevig en als er een bui overtrekt met de daarbij behorende toename naar windkracht 7, zijn de golven best pittig. Dan neem ik een beetje gas terug om de bewegingen van het schip meer synchroon te laten lopen met de steilere golven. Zodra het weer kan een beetje gas erbij om de vaart erin te houden. Dan neemt langzaam, veel langzamer dan ik had gehoopt de wind af. Blijft deze eerst nog lang op 6 steken, dan toch eindelijk naar 5 en dat merk je direct. De golftoppen worden kleiner en de snelheid neemt toe. Als windkracht 4 op de teller verschijnt lijkt het verder een eitje. De heftige bewegingen zijn er uit en we lopen weer 6 mijl. 
T/m windkracht 6 kunnen we er recht tegenin; daarboven is een aangepaste koers verstandiger en ook moet de snelheid worden aangepast. Een stukje grootzeil erbij tegen het slingeren is altijd een goed plan.
In een bui draait de wind tot mijn grote vreugde en blij hijs ik alle zeilen. Staat alles er net op, draait de wind terug en alles flappert om mij heen. Chips, ben ik weer te optimistisch geweest en op het slingerzeiltje na, kan alles er weer af. Frustrerend voor de behoefte om te willen zeilen; goed voor het lijf, want die heeft zijn beweging weer te pakken. Zo naderen we het doel van bestemming en in de vroege ochtend zie ik dichtbij een spuiter; dit keer een erg grote walvis. Een loner, die net als ik zijn weg over de oceaan zoekt. Majestueus komt de grote rug boven het water en dan glijdt de kolos verder de diepte in. Voor de ingang van de haven zie ik toeristenboten liggen, die er ook op uit zijn om walvissen te spotten. 
Alleen varen heeft zijn beperkingen en daarom begin ik ruim van tevoren het schip voor te bereiden om aan te kunnen meren. Boegspriet in; fenders uithangen; meertouwen klaarleggen; hekjes open e.d. De entree is spannend; er ligt een rif evenwijdig aan het strand en op het eind staat een groen lichtbaken, daar moet je omheen naar binnen.
De pilot waarschuwt voor ondiepte en daarom ben ik zoals uitgerekend precies 2 uur voor hoog water bij de ingang. Mochten we al vastlopen, dan rijst het water nog om weer los te kunnen komen. Van te voren heb ik zowel op de elektronische als op de aangeschafte papieren kaart, de ondiepte in beeld gebracht en de meest gunstige route met Waypoints gemarkeerd. Voorzichtig en langzaam varend schuiven we naar binnen en maken een grote boog rond het kleine groene baken bij de ingang. Zo komen we dicht langs het strand en de dieptemeter geeft ruim voldoende water aan. Eenmaal binnen schiet de dieptemeter omhoog en gauw gas terug. We raken geen bodem en schuifelen zo verder naar binnen. Dan weer loopt de dieptemeter op. Nog 1.30m water; dit is kritisch. Een klein vissersbootje vaart naar buiten en opeens hoor ik op de marifoon de man iets roepen. Hij gebaart dat ik veel dichter naar het rif toe moet en inderdaad; zodra de steven wendt, loopt de dieptemeter weer op. Dankjewel pescadore! 
Het haventje had ik via Google Maps al opgezocht en daar aangekomen is er niemand. Nu kun je als je alleen bent niet overal tegelijk zijn en daarom kies ik er voor om bij de motoren te blijven en draai zo langzaam naar de kop van een steiger toe. Gelukkig; daar komt iemand aan en die weet ik duidelijk te maken dat ik wel een beetje assistentie kan gebruiken. Dat komt over en op zijn beurt wijst deze een plek aan tussen 2 pieren, waar nauwelijks ruimte is. Er is geen andere plek beschikbaar, dus nu maar vertrouwen op de manoeuvreer-capaciteit van de beide motoren en heel voorzichtig komen we als een eitje er tussen. De man springt aan boord en legt het eerste touw SB achter vast, gevolgd door de 2e aan BB. De stroom houdt ons van de kant en nu is het zaak lange touwen voor uit te brengen. Ook dat lukt en we liggen vast! Puerto Seguro; we liggen seguro!
Het stadje oogt vriendelijk met zijn gekleurde huisjes en vooral omdat hoogbouw totaal ontbreekt. Omdat het nu winter is, betekent dit laagseizoen en nergens is het druk. Wel eindeloos veel kraampjes met dezelfde spulletjes en soms vraag je je af waarom ze überhaupt open zijn; zo weinig mensen komen er voorbij. Wel een gemoedelijke en vriendelijke sfeer. Het is een toeristische trekpleister omdat Americo Vespucci hier het eerst in Brazilië aan land ging, wat min of meer het begin van de staat Brazilië was.

Het stadje brengt een paar ontmoetingen: 
Als grote helper is daar een wat verlegen jongeman, die de naam Washington draagt. Bij elke vraag rent hij gelijk en niets is hem te veel om het me naar de zin te maken. Hij zorgt ook voor de aanvoer van diesel.
Ook ontmoet ik Carlos: hij is een onroerend goed meneer van mijn leeftijd, die in zijn jonge jaren heeft gezeild. Hij heeft gestudeerd en ook in Amerika gewoond en spreekt dus vloeiend Engels; iets wat hier uitzonderlijk is. Met veel weemoed verteld hij vele verhalen over zijn wereldomzeiling. Hij is vlakbij een poesada aan het bouwen en bezit meerdere stukken land en onroerend goed in de stad. Ook hier is er sprake van crisis en de verkoop gaat veel langzamer dan hij had gehoopt. Hij moet het daarom financieel erg rustig aan doen en hoopt zo te overleven. Hij neemt me mee uit eten in een nabijgelegen stadje met net als in Seguro een grote toeristen fabriek. Ook neemt hij me mee naar een klein Katholiek kerkje, waar een heilige in 15honderd-something is verschenen. Hij komt daar altijd en devoot neemt hij plaats om zijn gebeden te zeggen; het is zijn steunpilaar in een chaotisch leven. Het is ontroerend hoe dicht hij me bij zijn innerlijk toe laat. We eten een traditioneel visgerecht: Moqueca de Peixe. Het wordt klaar gemaakt met dendé olie en kokosmelk. Het smaakt uitstekend en dat ga ik aan boord ook proberen. We wandelen nog wat in het stadje en dan is de avond voorbij en weer terug aan boord. Later laat hij me nog zijn luxe toeristenlocatie in aanbouw zien. Hij mikt op mensen die langer willen blijven en ook voor maanden willen huren. Er is veel concurrentie en zonder onderscheiden overleef je niet. Carlos overweegt zelfs om nog een stukje mee te zeilen, maar gezien zijn drukke leven zou het me verbazen; we zullen zien.
Martin komt aan boord en i.p.v. lekker te kunnen zeilen, worden we geconfronteerd met een stevige zuidenwind. Omdat dat onze koersrichting is, zijn we gedwongen een paar dagen te wachten. Martin toont zich flexibel en we doen een paar klusjes. Zo plaatsen we de voetbediening voor de elektrische lier op de bating. Ook scheren we nieuwe reeflijnen in voor de beide fokken; nu corresponderen de kleuren met de kleuren van de schoten.250 Zelf maak ik nog luchtgaten in de keukenkastjes. Hermetisch afgesloten wordt het daar muf en nu kunnen ze een beetje luchten.
We maken kennis met Eloise, de plaatselijke zeilinstructrice. Met haar vriend probeert ze na jaren zeilen een bestaan in Brazilië op te bouwen. Ze brengt ons naar een goede Churrascaria. Dit is een barbecue restaurant, waar ze steeds langskomen om je van vers vlees te voorzien. Je hebt een signaal op tafel staan en als je die omdraait, stopt de aanvoer. Het is heerlijk eten. We krijgen veel te horen over vervlogen dromen en een diepe wens om ooit nog eens naar Antartica te zeilen. Er zijn meer met dezelfde droom.
Het weerbericht laat het duidelijk zien: de zuidenwind draait eindelijk . We zijn wel een beetje uitgekeken op dit toeristenplekje en verlangen naar de zee. Eerste gaan we naar de eilanden Abrolhos en daarna toch maar rechtstreeks naar Rio. De zee roept: de zee, altijd maar weer de zee….………

Porto Seguro - Rio de Janeiro
Wachten op betere wind is een geduldig werkje. Martin wilde liefs zsm vertrekken om zijn Braziliaanse studente Laila de kans te geven mee te varen vanuit Vitoria naar Rio. Helaas moeten we zo lang wachten, dat haar vrije tijd op raakt. We gaan dus in één keer, na de Abrolhos Eilanden te hebben bezocht, door naar Rio. Het is de bedoeling de stad te gaan verkennen. Martin is daar ook nog nooit geweest. Veel redenen om te willen vertrekken, want de dagen in Brazilië zijn voor Martin beperkt.
Het weerbericht laat eindelijk een afnemende wind zien en verder op zee draait hij naar oost; dicht bij de kust zuid; dat betekent er pal tegen in. Het wachten moe, gaan we op zaterdagmiddag 7 september om 15.00 er vandoor. Het afrekenen in de haven geeft weer ellende; ze vragen maar wat en het is de duurste haven tot nu toe. Veel discussie en uiteindelijk maar akkoord gegaan. Had ik toch van te voren moeten vragen wat het kost; de Pilot was erg uitgesproken en noemde 60 reals/dag; het worden er na lang onderhandelen geen 180, maar uiteindelijk 130/dag. Weer wat geleerd en gelukkig zijn we hier niet zo lang geweest.
Martin blijk een goede rustige matroos en met z'n tweeën krijgen we de Necton in de sterke vloed tussen de beide pieren uit. Voorzichtig schuifelen we naar buiten; vastlopen en schade moeten we niet hebben. Op de elektronische kaart staat precies waar we de vorige keer langs zijn gevaren en met nieuw verkregen informatie van andere zeilers, weten we nu dat we nog dichter naar het rif moeten. Er komt geen alarmerende diepte op het scherm en blij draaien we de neus richting zee. Die doet zijn naam eer aan en er staan behoorlijk golven na dagen van harde wind. Zeilen wordt weer niets en met een steunzeiltje motorren we de nacht in. Martin moet nog even wennen aan het stampen en slingeren en ik zet weer mijn eierwekkertje. De ochtend brengt de beloofde afname van wind en kijk een spuiter aan bakboord. Er zijn veel walvissen te spotten en het wordt de kunst om ze te proberen op de camera vast te leggen. Zo komen we dichter bij de Abrolhos eilanden en vlak er voor gaan 2 walvissen op 100m langs. Zij gaan ongeveer 4 mijl; wij 5,5 dus we halen ze langzaam in. Indrukwekkend die grote lijven in het water! Een kleintje springt een end verder spontaan uit het water en gelukkig is die ver weg.
Roep de marinebasis op de VHF op en we worden hartelijk welkom geheten. Dat kinkt in ieder geval goed. Hij geeft op de radio aan dat er oranje boeitjes liggen.duiken op abrolhos Aangekomen zien we er 1 erg dicht bij de kant. Een catamaran met duikers gebaart ons gewoon te gaan ankeren. Wij dachten dat dit niet mocht, maar zo zie je maar weer. Even later komt er een mevrouw die al 25 jaar op het eiland werkt als wachter langs om formulieren in te vullen. Gelukkig hebben we die al en de stempels van de marine uit Salvador maken indruk. Er wordt verder niets gevraagd e we hoeven niets te betalen! Later op de middag nog te water om te snorkelen en het zicht blijkt, ook waarschijnlijk door de harde wind, beperkt. Dicht bij de kant sponzen te zien en veel gekleurde vissen. Als de catamaran die middag van het duiken terug keert, vraag ik of het mogelijk is morgen mee te gaan. Het ledenpasje met "open water diver" doet wonderen en ik mag mee. Melden om 06.45, dus vroeg op.

Verslag ontvangen op 12 september.

De volgende ochtend dinsdag, trekt de wind aan tot 4 Bft, halve wind; we gaan als de brandweer! Even lopen we 8.7, maar de prijs daarvoor wel erg veel helling. Toch achter maar een rifje er in en met ruim 8 knopen ben ik meer dan dik tevreden. Zo was het bedacht en na al die wind tegen is het heerlijk hier van te genieten.
Dan ruik ik ineens een sterke stank en zie ik net aan SB een karkas van een walvis drijven. Er zijn grote stukken uit verdwenen en het is een raar gezicht de kolos in het water met de golven mee te zien bewegen. Gelukkig gaan we er bovenwinds langs en dan nog komt de rottende geur naar binnen.
Er komen weer schepen in de buurt. De AIS meldt er 2 en dat is na weken weer even wennen. We are not alone. Ook zien we de eerste olieplatforms en de daarbij behorende suppliers. Er komt er eentje nieuwsgierig dichtbij om te kijken wat dat nu wel voor boot is. Vlak achter ons draait hij bij; het kost mij m'n ochtendslaapje.spuiter dichtbij
Nog aldoor zien we walvissen. Gelukkig op afstand klapt er één met zijn staart op het water. Probeert hij de vrouwtjes te imponeren?

We komen bij de olievelden van Brazilië. We passeren meerdere grote drijvende olieplatformen, die een beetje op enorme mammoettankers lijken. De oceaan is hier >1.500m diep en hier komt de olie vandaan. Daniel weet te vertellen dat de nieuwste ontwikkeling die van grote drijvende boortorens is, die met enorme ankers op hun plaats blijven. > 1.500m diep? Kennelijk kan met olie-geld alles en inderdaad er staan ook grote meer op de bij ons lijkende platformen. Gelukkig passeren we hier bij daglicht.
De wind blijft uit de goede hoek waaien; wel varieert hij sterk. In de nacht neemt hij even af naar Bft 2 en ik moet de grootzeilen met een bulle talie vast zetten tegen het slingeren en klapperen. We lopen nog maar 2 ½ knoop en ik kan het niet over mijn hart krijgen de motor in deze sterrenpracht nacht te starten. Dat wordt beloond, want na een uurtje trekt de wind weer aan en daar gaan we weer. Het is een mooie zeiltocht met de voortdurende aanwezigheid van walvissen. We passeren de 20 graden zuiderbreedte en het water is al afgekoeld naar 21.5 graden Celsius. Dat merk je buiten en voor het eerst trekken we weer een trui aan.
met 95 knoop naar rio de janeiro
Martin heeft wacht en schreeuwt naar binnen: walvissen heel dichtbij. Zit net onder de douche en het duurt even eer ik er ben. Martin vol met adrenaline zag pal aan SB voor het schip 2 walvissen in de lengte met z'n tweeën aan het ronddraaien. Parende walvissen? I.p.v. de foto van z'n leven te maken (hij heeft de camera op zijn buik hangen) neemt hij het stuur van de automaat over en koerst BB uit om de walvissen te ontwijken. Die hebben het veel te druk om de met ruim 8 knopen aanstormende Necton op te merken en door de uitwijkmanouvre gaan ze vlak aan SB langs. Als ik buiten kom zie ik alleen nog het water in beroering net achter het schip. Martin staat nog helemaal hyper te zijn. Hij heeft een kloek besluit genomen en ons voor een aanvaring behoed. Chapeau!
De wind trekt aan en met full flaps kunnen we Cabo Frio net niet bezeilen. We koersen iets verder de zee op en lopen schuin voor de wind. Dit levert wel een mooie snelheid op en regelmatig lopen we boven de 8 knopen, soms even boven de 9.
 We koersen zo ver zuid dat we Rio kunnen bezeilen en om 02.00 doen we een stormrondje. Eerst de fok in en dan BB rond zodat we niet hoeven gijpen. We zetten koers op Rio de Janeiro! 

 

 

 

Copyright © 2012. Necton.